In mijn boek “Werk Aan Werk” schets ik een beleidskader voor
activeringsbeleid dat in essentie steunt op twee pijlers: de “capability
approach” en de participatieladder. Het
eerste principe houdt in dat arbeidsmarktvoorzieningen altijd gericht moeten
zijn op empowerment van (toekomstige) medewerkers: zorg voor opleidings-,
ontwikkelings- en loopbaanmogelijkheden. Dump deze werkzoekenden niet in
programma’s die hun competenties niet aanspreken en ontwikkelen. En hiermee
maken we al de brug naar het tweede principe. Zorg dat mensen kunnen
participeren op hun niveau en van daaruit gestimuleerd worden de participatieladder
te beklimmen. De participatieladder schaalt activiteiten in op zes treden: contacten
binnen de huiselijke kring, externe sociale contacten, arbeidsmatige activiteiten
onder begeleiding (vaak met zorg- en welzijnsbegeleiding), tijdelijke
activerende trajecten richting arbeidsmarkt, betaald werk met ondersteuning en
betaald werk. Gemeenschapsdiensten kunnen zich situeren op de derde of vierde
trede. Opstappen naar vormen van betaald werk zijn dus mogelijk.
In plaat van dus “ja” of “neen” te zeggen tegen
gemeenschapsdiensten, komt het er dus op
aan om de gemeenschapsdienst vorm te geven aan de hand van deze principes. Één
belangrijke voorwaarde is al terug te vinden in het regeerakkoord. Namelijk de
gemeenschapsdienst moet in een traject naar werk (lees: de participatieladder)
passen. Dit betekent dat het gaat om (be)geleide gemeenschapsdienst waarbij
niet de behoeften van de betrokken organisatie voorop staan maar wel het ontwikkeltraject
van de medewerker. Dit is duidelijk anders dan in de klassieke
tewerkstellingsprogramma’s en sommige werkervaringsprojecten waar de
organisatiebehoeften primeren en dus de band tussen de medewerkers en de open
arbeidsmarkt wordt geknipt. In die val mogen we niet opnieuw trappen. Het
traject van de medewerker moet centraal staan. Juist daarom pleitte ik eerder al in het boek
“Chinese vrijwilligers? Over de driehoeksverhouding tussen vrijwilligerswerk,
activering en arbeidsmarkt” voor begeleid vrijwilligerswerk als schakel naar de
arbeidsmarkt. Nederlands evaluatie-onderzoek bevestigt de ervaring van alle
direct betrokkenen dat dit soort sociale activering kan werken en dat begeleid vrijwilligerswerk voor een
deel van de “activeringsklanten” een zinvolle rol speelt. De in Vlaanderen ontwikkelde
werkvorm “arbeidszorg” schrijft zich reeds in deze aanpak in en biedt een hele
resem van arbeidsmatige activiteiten aan onder begeleiding voor zeer kwetsbare
doelgroepen met een verre afstand tot de “reguliere” arbeidsmarkt. Maar de
derde en vierde trap van de participatieladder zijn nog te weinig uitgebouwd
waardoor te veel werkzoekenden onder hun” capability”-niveau worden ingezet of
noodgedwongen werkloos blijven.
Aangezien het federaal regeerakkoord voor de gemeenschapsdienst
pleit voor een samenwerkingsakkoord met de gewesten – die bevoegd zijn voor het
activeringsbeleid - , staat er ons niets in de weg om de principes van
“empowerment” en “participatieladder” te vertalen in de uitwerking ervan en zo
de betrokken langdurige werklozen terug een opstap naar de arbeidsmarkt te
bieden…
Laat ons deze kans gemeend grijpen!
Fons Leroy
gedelegeerd bestuurder
VDAB
gedelegeerd bestuurder
VDAB