Anderzijds
verloopt de reïntegratie vanuit werkloosheid ook niet erg vlot. VDAB-onderzoek
toont aan dat kortgeschoolden niet alleen moeilijker uit de werkloosheid
stromen maar ook dat zij over het algemeen veel meer werkperiodes kennen ( en
dus ook overgangen van werkloosheid naar
werk en omgekeerd) en een kleiner aandeel werkdagen presteren. Dit wijst op een
groter aandeel tijdelijke en/of kortere tewerkstellingsperiodes en dus op meer
onderbroken beroepsloopbanen met een groter aantal transities tussen werken en
niet-werken. Tot slot blijkt ook dat de definitieve uitstroom uit de
arbeidsmarkt voor kortgeschoolden op een vroegere leeftijd plaatsvindt... Is de
arbeidsmarkt dan geen “Death Valley” voor kortgeschoolden? Hoe kunnen we er een
Golden Gate van maken?
Het antwoord
ligt in een sterk en samenhangend meersporenbeleid. Vooreerst méér inzetten op
het voorkomen van ongeschooldheid en laaggeschooldheid in het onderwijs door
met name werk te maken van geassocieerd onderwijs met vormen van duaal leren en
werken, betere studie- en beroepskeuzevoorlichting, herwaardering van het
technisch en beroepsonderwijs, etc...Daarna moeten we investeren in betere
bruggen tussen onderwijs en arbeidsmarkt via een preventief activeringsbeleid,
gerichte heroriënteringen, opleidingen en stages op de werkvloer, meer
werkplekleren, remediërende onderwijstrajecten die algemeen en beroepskwalificerend
zijn,... Op de arbeidsmarkt zelf moet er meer worden ingezet op permanente
vorming. Daarnaast is een trek-in-de-schoorsteen-beleid nodig dat medewerkers “naar
boven zuigt” in functie van hun verworven competenties. Een HR-beleid gericht
op de ontwikkeling van het werkvermogen van elke medewerker moet borg staan
voor langer en beter werken. Dat beleid moet doordesemd zijn van sociale
innovatie zodat ook lagergeschoolden langere en leefbare loopbaankansen
krijgen. Jobopsplitsing, jobcarving en jobrotatie zijn hierbij mogelijkheden
die meer moeten geëxploreerd worden. Tevens moeten we deze elementen integreren
in een competentiegericht loopbaanbeleid waarin persoonlijke
ontwikkelingsplannen de basis vormen voor een constante dialoog tussen de
medewerker en HR.
Met zo’n
meersporenbeleid kunnen we de positie van laaggeschoolden op de arbeidsmarkt
versterken. Zo zal deze markt voor hen geen troosteloze woestijn meer zijn maar
een brug naar langer en beter leven en werken.
Fons Leroy
Gedelegeerd bestuurder VDAB
Fons Leroy
Gedelegeerd bestuurder VDAB