Wie vandaag
langs de Schelde fietst, ziet nog nauwelijks een vlinder. Af en toe eens een
eenzaam koolwitje, citroenvlinder of vuurvlinder. Maar toen ik jong was, vlogen
er veel meer vlinders rond. We vingen hen met een netje, droogden hen tussen
een boek en gaven hen een plaats in onze vlindercollectie. De buurjongens waren
jaloers op onze verzameling van dag- en nachtvlinders met allerlei kleuren, van
verschillende grootte, sommigen met doorzichtige vleugels of meer behaarde
lijfjes... Gelukkig zijn er nog vlindertuinen en vlinderkooien waar je kan
kennismaken met de rijke vlinderdiversiteit, een wereld van kleuren, maar ook
met de verschillende ontwikkelingsstadia van de vlinder. Van ei over rups en
pop naar vlinder: een ware metamorfose. Deze ontwikkeling is zo intens dat wat
er in de volgende fase uit voortvloeit, onherkenbaar is ten opzichte van wat
eraan voorafging. De vlinder toont aan dat verandering en transitie
onvermijdelijk en onophoudelijk zijn maar dat dit geenszins traumatisch hoeft
te zijn. Wel integendeel, die ontwikkeling leidt naar het niveau van hoogste
ontwikkeling, namelijk dat van de vlinder waar de vleugels echt kunnen worden
uitgeslagen en de fladderende vrijheid lonkt. Door dit holometabolisme, de
volledige gedaanteverwisseling, kunnen rupsen en imagines, de volwassen
vlinders, gebruik maken van geheel verschillende biotopen... zonder het
belangrijk einddoel van het autonoom kunnen vliegen - om nieuwe leefomgevingen
te kunnen bereiken en snel een partner te vinden - helemaal te moeten opgeven.
Heel begrijpelijk dan ook dat vlinders sowieso tot de meest verspreide
dierensoorten behoren : van koude toendra’s tot woestijnachtige gebieden komen
ze voor. Je vindt ze in bossen, graslanden, heidevelden, moerassen en duingebieden.
Het is dan ook
niet verwonderlijk dat de vlinders vanwege hun metamorfose en groot
aanpassingsvermogen doorheen de eeuwen een grote rol zijn gaan spelen in de
symboliek. Elke fase staat voor een nieuw begin en de vlinder is het symbool
van de wedergeboorte, de heropstanding, de ultieme zijnsvorm, het geluk. Moeten
we daarom de vlinder ook niet beschouwen als het symbool van de
(levens)loopbaan?
Ook in onze
loopbanen worden we geconfronteerd met veranderingen en transities. Veelal
bekijken we die veranderingen op het moment zelf als “beangstigend”,
“onrustwekkend” of “bedreigend”. Maar de vlinder toont aan dat je transities
als positief kan opvatten, dat transities juist opportuniteiten vormen om je
sterktes meer te doen uitkomen, je passie en talent te tonen... De arbeidsmarkt
kent daarenboven meer wisselende omgevingen, de economie kent een toenemend
kortcyclischer verloop, de transformatie van de kennis- en diensteneconomie zet
zich onverdroten door, nieuwe vormen van werken dringen zich op... Zoals de
vlinder worden we geconfronteerd met wisselende omgevingen en enkel door zelf
te leren vliegen, zelf het stuur van de eigen loopbaan in handen te nemen,
kunnen we snel een baan vinden, houden of creëren die past met onze talenten.
Maar om die vliegkracht en wendbaarheid te bereiken, moeten we door de
pop-fase. Het stadium van het Persoonlijk OntwikkelingsPlan (POP) waarin we de
tijd krijgen zoals de vlinderpop om onszelf te leren ontdekken, om de
metamorfose te voltrekken.... Insecten die vleugels ontwikkelen zonder dat ze
een pop-fase kennen, worden beschouwd als minder hoog ontwikkeld. Hetzelfde
geldt voor de loopbanen van burgers... we moeten de kans krijgen om regelmatig
te kunnen stilstaan bij onze loopbaanontwikkeling: wat zijn mijn sterktes,
komen ze voldoende aan bod, hoe kan ik ze verder exploreren,...? Zijn de
actoren op de arbeidsmarkt (bedrijven, werknemers, overheid,) bereid om die
metamorfose te erkennen en te faciliteren? Wordt in CAO’s aandacht besteed aan
loopbaangesprekken, persoonlijke ontwikkelingsplannen en vorming zodat elke
medewerker zich kan ontpoppen tot een kleurrijke, fladderende wendbare vlinder?
Hoever staat het met het uitbouwen van bedrijfsinterne loopbaanbegeleiding? Hoe kunnen we een loopbaanvisie
waarbij langer én anders werken aan mekaar gekoppeld zijn, vorm geven via een
loopbaanrekening, een moderne sociale zekerheid en een nieuw arbeidsrecht? Hoe
zorgen we ervoor dat transities tussen beroepen, statuten en sectoren
drempelloos mogelijk worden vanuit een competentiegedreven arbeidsmarktbeleid?
Vragen te
over... die een antwoord vragen in een echt Vlinderakkoord!
Fons Leroy
Gedelegeerd
bestuurder
VDAB